Ruimtelijke ontwikkeling

Integraal Gebiedsontwikkelingsprogramma procesgeld

In lijn met het Coalitieakkoord zal er in de komende periode meer nadruk worden gelegd op het verbindend proces: ambities en doelen van verschillende partijen op gebiedsniveau bij elkaar brengen. De huidige jaarlijks beschikbare middelen (procesgeld IGP, €80.000) zijn hiervoor niet toereikend. Nu al wordt inzet van procesgeld voorzien in de Utrecht - Oost / Science Park, A12-zone, Hollandse IJssel, Marinierskazerne, Amelisweerd - Vechten - Rhijnauwen en Hart van de Heuvelrug. Daarom wordt voorgesteld jaarlijks maximaal € 200.000 te onttrekken aan de IGP-reserve. Dit voorstel komt in plaats van de standaardprocedure voor onttrekking aan de IGP-reserve, namelijk besluitvorming door PS op basis van realisatieplan.

Binnenstedelijke Ontwikkeling

Medio 2015 heeft GS besloten het programma met 6-12 maanden te verlengen. Deze uitgaven zijn nog niet begroot. In 2016 zal naar verwachting ca. 7,2 mln. uitgegeven worden. Dit betreft voornamelijk uitgaven uit het programmabudget 2011-2016, voor projecten die op dit moment al in voorbereiding zijn. Deze uitgaven vallen binnen het bestaand beleidskader en Uitvoeringsverordening. Vanaf 2016 maakt het Fonds Uitplaatsing Hinderlijke Bedrijven (FUHB) onderdeel uit van het programma Binnenstedelijke ontwikkeling. Voorheen viel FUHB onder programma 3 Bodem, water en milieu. De bedragen worden onttrokken uit de reserve Projecten (onderdeel Woningbouwproductie en FUHB), reserve Wonen en binnenstedelijke ontwikkeling, reserve Stimuleringsfonds en de reserve Collectief Particulier opdrachtgeverschap.

Herijking PRS en opstellen omgevingsvisie

Het bedrag van € 500.000 uit het coalitieakkoord is in eerder instantie aangemerkt voor de herijking van de PRS en PRV. Hierbij was behalve procesbudget ook onderzoeksbudget gereserveerd voor onder andere een milieueffectrapportage. Gezien de beperkte aanpassingen die voorgesteld worden in de herijking is het inzetten van onderzoeksbudget niet nodig gebleken. Daarom kan dit budget ingezet worden voor het opstellen van de Omgevingsvisie en -verordening. De vaststelling van de herijking is voorzien voor eind 2016. De start van het opstellen van de Omgevingsvisie en -verordening is begin 2017 voorzien, de vaststelling voor 2018.
Daarom wordt voorgesteld om het na afronding van de herijking van de PRS en PRV resterende budget ad
€ 410.000 via de reserve NVTA als volgt in te zetten:

  •  € 247.0000  voor de Omgevingsvisie en -verordening in 2017 en 2018;
  •  € 163.000 (het restant) voor de implementatie en de uitvoering van de Wet Natuurbescherming in 2017. Zie verder programma 2, beleid en vergunningen invoering Wet Natuurbescherming.

Delen, Samenwerken en Gidsen met GEO

De rol van de provincie verandert sterk. Waar overheden voorheen van bovenaf regie voerden op ruimtelijke ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving ontwikkelen zij zich meer en meer tot gelijkwaardige partners. Als partner staan zij in verbinding met netwerken van bedrijven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en inwoners. Het vertrouwen in vermogen, verantwoordelijkheid en ondernemerschap van de samenleving vormen de nieuwe basis onder ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving. Successen zijn het gevolg van een productieve samenwerking met deze partners. Het coalitieakkoord 2015-2019, In Verbinding, gaat verder in op deze ontwikkelingen. Het Ruimtelijk Actieprogramma wordt voortgezet en de overgang van Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie naar Omgevingsvisie zal worden gerealiseerd. Op Rijksniveau speelt Digitale Overheid 2017 en de  Omgevingswet een rol. De invulling van deze ambities vraagt nieuw instrumentarium. Traditionele provinciale instrumenten passen niet meer bij de veranderende maatschappij en de complexiteit van de vraagstukken waar de provincie voor staat. De opkomst van de netwerksamenleving, de digitalisering en de invoering van de omgevingswet zijn slechts enkele systeemveranderingen die de komende jaren het fysieke domein zullen bepalen. Er ontstaat behoefte aan uitvoeringsinstrumentarium, waarin geografische informatievoorziening een centrale rol heeft. Deze ambities en ontwikkelingen zijn de belangrijkste aanleiding voor dit advies. Tegelijkertijd is er ook een praktische aanleiding. De huidige Geo-ICT omgeving van de provincie Utrecht heeft de grenzen van zijn mogelijkheden bereikt. De maximale capaciteit van de servers is in zicht, de beschikbare ruimte in de databases raakt op en de vensters, waarin synchronisaties tussen databaseprocessen plaatsvinden, worden steeds krapper. De parameters Tijd-Geld-Kwaliteit-Kwantiteit zijn algemene sturende parameters waarmee rekening dient te worden gehouden. Het feit of bovenstaande realiseerbaar is hangt o.a. af van de beschikbare budgetten, of er zal gesneden moeten worden in kwaliteit of kwantiteit van beschikbaarheid van functionaliteit en onze informatie. Er is urgentie voor het toepassen van middelen om in het huidige digitale tijdperk onze doelen binnen het fysieke domein te kunnen realiseren.
Daarom wordt nu voorgesteld om voor de noodzakelijke investeringen € 325.000 beschikbaar te stellen en de begroting voor 2017 en de daarop volgende jaren op te hogen met € 65.000 per jaar (de investering van € 325.000  wordt geactiveerd en in 5 jaar afgeschreven).
De structurele kosten van € 100.000 per jaar worden binnen de begroting opgevangen (afdelingen UFL, Wegen, OV).